Met genoegen biedt het college u hierbij de meerjarenbegroting 2017-2020 aan. In deze brief leest u een aantal opvallende zaken uit de voorstellen die wij u doen in deze begroting.
Het college ziet gunstige financiële ontwikkelingen, zeker voor de lange termijn. De gunstige financiële ontwikkelingen maken het mogelijk om de onderwerpen uit de midtermreview een plaats te geven in de begroting. Ook aan initiatieven in de stad merken we dat de economie in de lift zit. Er wordt meer gebouwd en er zijn ook nieuwe initiatieven om te bouwen. Daarbij neemt ook de verkoop van kavels op de Baanstee Noord toe. Noemenswaardig zijn de start van de realisatie van Klein Where en de multifunctionele sporthal die in 2017 wordt geopend. Ook in het sociale domein gaan de ontwikkelingen verder. Zo vraagt de opvang van statushouders aandacht en wordt verder gewerkt aan de invulling van taken op gebied van participatie. Ook voor de lange termijn is het college positief gestemd. Wij zien mogelijkheden om ambities te realiseren. Daarbij hecht het college er aan dat de financiële huishouding ook in de toekomst op orde blijft. Deze gunstige ontwikkelingen doen zich voor in een tijd waarin de samenleving in beweging is. Het college hecht er aan dat de ambtelijke organisatie goed met deze beweging kan omgaan en daarop kan inspelen. Aanpassing van de organisatie is daarvoor nodig.
Belangrijke ambitie van het college is de realisatie van woningen. Het college realiseert zich dat hieraan in Purmerend grote behoefte is. De uitkomsten van het woondebat, dat in de stad is gevoerd, onderstrepen dit. Met de nieuwe woningen wordt ook draagvlak gerealiseerd voor bestaande en nieuwe voorzieningen in de stad. Binnenkort spreekt het college met de raad over de focus die bij deze ambitie moet worden aangebracht. Dit gebeurt aan de hand van een nota over Purmerend richting 2040.
Daarnaast wil het college de lasten voor de inwoners verlagen door de tarieven in 2017 met circa € 25 naar beneden te brengen. Efficiënter werken en de lage rente maken dit mogelijk. Maar ook inspanning van de bewoners zelf door beter het huisvuil te scheiden. Dit werkt allemaal door in de tarieven voor burgers. De tarieven in Purmerend verschuiven hierdoor naar bedragen onder het landelijk gemiddelde.
Ook ziet het college voor 2017 mogelijkheden om invulling te geven aan de afspraak in het coalitieakkoord om de OZB opbrengst niet te indexeren. We hebben dit in de begroting verwerkt en voorgelegd als keuze aan uw raad.
Voor de zomer is de kadernota door uw raad vastgesteld. Sindsdien zijn de financiële vooruitzichten van de gemeente verbeterd. De belangrijkste verbetering is dat daling van de inkomsten uit het gemeentefonds minder groot zal zijn. Hiermee ontstaat ongeveer € 0,3 miljoen structurele ruimte.
Een deel van de ruimte gaat op aan onvermijdelijke ontwikkelingen en een deel kan worden ingezet voor de dekking van het tweede team buurttoezicht en het niet indexeren van de OZB opbrengst. Voor de korte termijn is er nog wel sprake van een dip in de omvang van de algemene reserve. In 2019 en 2020 zal de algemene reserve hoger zijn dan nodig voor de afdekking van de risico’s.
Belangrijk voor de stad is dat de de structurele begrotingsruimte in 2020 ruim € 0,3 miljoen bedraagt. Op de korte termijn is het echt noodzakelijk dat de algemene reserve wordt aangevuld. Voor de volgende bestuursperiode is er met het huidige inzicht, ruimte om te kiezen. Als de woningbouwproductie wordt verhoogd kan deze ruimte nog verder toenemen. De eerst volgende kadernota is een goed moment om het financiële beeld te actualiseren.
In 2017 daalt de algemene reserve naar € 12,1 miljoen. In de jaren daarna groeit deze naar € 15,6 miljoen. Naar het oordeel van het college wordt hiermee het belang van een gezonde de financiële positie goed vorm en inhoud gegeven en tegelijkertijd wordt ook extra inzet op de korte termijn mogelijk gemaakt. In bijlage 1 van de begroting treft u het uitgebreide overzicht van de financiële ontwikkelingen met de daarbij horende toelichting aan.
Het college ziet mogelijkheden om de wensen uit de midtermreview te realiseren, zoals een experiment met openbaar vervoer dat gratis wordt voor minder draagkrachtige ouderen, verbetering van sportaccomodaties bij Purmersteyn, Mixed Hockey Club Purmerend en het Leeghwaterbad, de aanpak van fietspaden, uitbreiding van het cameratoezicht en handhaving.
Specifiek benoemen wij hier twee van de onderwerpen uit de midtermreview, namelijk de extra middelen voor onderhoud van de openbare ruimte en de inzet van een tweede team buurttoezicht. Een verzorgde openbare ruimte is een belangrijke opgave. Een kwalitatief goed ogende stad heeft een uitwerking op de kracht van inwoners en hoe de stad wordt beleefd. Het college is blij met initiatieven die zijn ontstaan waarbij burgers zijn betrokken bij het uiterlijk van de stad. De openbare ruimte krijgt aandacht. Er wordt € 1 miljoen uitgetrokken voor het aanpakken en verbeteren van fietspaden.
Bij de kadernota zagen wij nog geen financiële ruimte om over te gaan tot het instellen van een tweede team Buurttoezicht. De inzet van het huidige team Buurttoezicht blijkt zeer effectief bij het terugdringen van overlast door jongeren op verschillende plaatsen in de stad. Daarom gaven wij aan dat wanneer financiële ruimte zou ontstaan, wij alsnog tot het instellen van een tweede team Buurttoezicht wilden overgaan. Het college is blij dat de ontwikkeling van de financiële positie van Purmerend hier de mogelijkheden voor biedt. De raad wordt voorgesteld om hiervoor structureel € 130.000 in de begroting op te nemen.
Purmerend biedt veel mogelijkheden voor ondernemers en inwoners. Denk bijvoorbeeld aan de goede ontsluiting van de stad, de centrale ligging in Waterland, het initiatief op gebied van ICT Purmer Valley, mogelijkheden voor recreatie, sportfaciliteiten, diversiteit aan onderwijs, het bedrijventerrein Baanstee Noord en de ontwikkeling van de kom A7. Voor de groei en ontwikkeling van de stad vinden wij het van belang dat de mogelijkheden die Purmerend biedt, worden gedeeld en onder de aandacht worden gebracht. In dit kader wordt voorgesteld voor 2017 een incidenteel bedrag van € 75.000 in de begroting op te nemen, om de stad op de kaart te zetten.
Ook op het gebied van duurzaamheid is het nodig dat er ruimte is om kleine initiatieven te kunnen ontplooien en direct te ondersteunen. Voor de duurzaamheidsagenda wordt een notitie opgesteld om de inspanningen voor de komende jaren samen te bespreken en vast te stellen. Vooruitlopend daarop vraagt het college om voor 2017 € 30.000 in de begroting op te nemen als werkbudget.
Zoals aangegeven gaan ook in het sociaal domein de ontwikkelingen verder. 2015 was het jaar dat we de impact van onze nieuwe verantwoordelijkheden hebben ervaren. We zijn er in geslaagd de zorg voor mensen zo goed mogelijk door te laten lopen. Niemand is 'buiten de boot gevallen'. 2016 is het jaar van de doorontwikkeling. We zien veel kansen binnen het zorglandschap om de zorg beter op elkaar aan te laten sluiten om zo sneller en betere zorg te verlenen aan mensen die het nodig hebben. Hierbij hoort dat we kijken naar het ontschotten van zorg en het ontschotten van budgetten. Onze manier van inkoop bij WMO en Jeugdzorg sluit hierbij aan en we kijken daarbij kritisch naar hoe we onze subsidies aanvullend inzetten. In 2016 hebben we ook een belangrijke stap gezet op het gebied van participatie. We gaan het huidige SW-bedrijf omvormen tot participatiebedrijf. Dit doen we samen met Zaanstad. Het participatiebedrijf zal in de toekomst een belangrijke rol spelen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt toe te leiden naar werk. Het vormgeven van het participatiebedrijf zal in 2017 één van de belangrijkste taken zijn op dit gebied. Bovenstaande vraagt dat we in 2017 goed kijken naar onze eigen loketten, zodat we voorsorteren op het werken met het participatiebedrijf en dat we een integrale toegang zijn voor WMO en Jeugd. Ook hebben we in het sociale domein te maken met ontwikkelingen vanuit Den Haag. Eind augustus is bekend geworden dat er landelijk een correctie op de budgetten wordt doorgevoerd onder andere omdat een deel van de doelgroep heeft gekozen voor de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Voor Purmerend betekent de korting dat de vrije ruimte in het budget naar verwachting met circa € 1 miljoen afneemt. Dit houdt in dat we zorgvuldige keuzes moeten maken om de innovatie van de zorg te continueren.
Het college meent u met deze begroting een goed gewogen inzet van middelen voor te leggen. Wij hebben de trend van tellen naar vertellen daarbij doorgezet. Ook dit jaar is de begroting beknopter dan voorheen. In de begroting is ook zichtbaar dat er landelijk nieuwe voorschriften zijn waaraan wij ons moeten houden. De overhead is vanaf heden geconcentreerd zichtbaar in een apart overzicht na de afzonderlijke programma’s en ook is verplichting op het vlak van vennootschapsbelasting uitgewerkt.
Achtergrondinformatie kunt u vinden in de vermelde relevante beleidsnota’s. Wanneer de raad dieper op bepaalde informatie wil ingaan, dan organiseren wij samen met u bijvoorbeeld een presentatie of werkbezoek. Wij vernemen dan ook graag hoe en wanneer wij u van dienst kunnen zijn bij uw verdere besluitvorming over de meerjarenbegroting 2017-2020.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Purmerend,
de secretaris, | de burgemeester, |
De raad van de gemeente Purmerend,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 september 2015, kenmerk 1322571
met inachtneming van de aangenomen wijzigingsvoorstellen;
gelet op de artikelen 189, 190 en 191 van de Gemeentewet,
1. De programmabegroting 2017-2020 vast te stellen, inclusief de keuzes voor:
a. een tweede team buurt toezicht, € 130.000 per jaar vanaf 2017;
b. het niet indexeren van de OZB-opbrengst 2017;
c. een incidenteel bedrag voor Stad op de kaart van € 75.000;
d. een incidenteel werkbudget van € 30.000 inzake duurzaamheid
2. De vervangingsinvesteringen vast te stellen zoals die zijn opgenomen in bijlage III;
3. Tot het aantrekken in 2017 van maximaal € 47 miljoen voor de herfinanciering van leningen en de financiering van investeringen;
4. De fractievergoedingen 2017 vast te stellen op € 1.000 per fractie en € 400 per raadslid;
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 november 2016,
de griffier | de voorzitter |